Over ‘Is China nog te stoppen’ van Henk Schulte Nordholt
Niet alleen een onthullend verhaal over het regime van Xi Jinping in China. Een staat waarin investeringen en technologie welkom zijn, maar andere rassen en andere ideeën geweerd worden. Een prima boekje over het China van nu (lees het uitstekende boek van Ties Dams ‘De Nieuwe Keizer’ uit 2020 voor meer historische feiten), maar vooral een verhaal over hoe een staat niet ingericht zou moet worden.
Met een vlammende waarschuwing naar zelfbenoemde autocraten, propagandisten van leugens, privacy-schendende surveillance-uitbaters en angstig-kritiekloze leden van de hofhouding rond diezelfde machtigen. (Want, uiteindelijk zijn zij het die – vanuit hun angst – de val van de autocraat veroorzaken.) Een lesje in bescheidenheid en een oproep tot eenheid waar het onze Nederlandse en Europese politiek aangaat.
Haarfijn onderscheid
Het zogenaamd volgzame volk weet haarfijn het onderscheid tussen vertrouwen als bindende factor in een open politiek systeem, en angst als censurerende kracht in een autocratie. En zij zullen (eens) opstaan als hun buigzaamheid voor de opgelegde banden ontoereikend wordt.
Zij zullen dan hun leider van diens troon stoten. Dat heeft de onafzienbaar lange geschiedenis van datzelfde China aangetoond met verhalen over keizers die te ver gingen en, recenter, de val van Mao Zedong, allen met uiteindelijk onredelijke eisen aan het volk, vaak met miljoenen doden tot gevolg. Autocratie is geen lang leven beschoren.
Geen angst
Vertrouwen van het volk in de overheid – niet angst voor de overheid – bepaalt of een land in staat is om grootschalige uitdagingen het hoofd te bieden, en zeker niet de aard van het politieke systeem van het land. Dat zegt Francis Fukuyama op 1 mei 2020 in zijn artikel voor het blad Foreign Affairs getiteld “COVID-19 is threatening global democracy and peace”.
Want, stelt Schulte Nordholt, volmaakte politieke systemen bestaan niet. Landen kunnen zich van andere landen onderscheiden door openheid te geven over hun eigen tekortkomingen. Landen die opscheppen en verhullen, zorgen voor wantrouwen. Eerlijkheid en kwetsbaarheid zorgen juist voor respect.
Een Chinese burger op de sociale media stelt de volgende vraag: “Hoe kan dat beeldmateriaal van politiegeweld [tegen George Floyd in Amerika] worden gedeeld zonder censuur. Waarom mogen Amerikanen op straat demonstreren om hun woede te uiten en wij niet?” De minister van Buitenlandse Zaken van de VS, Antony Blinken, antwoordt in 2021: “Die openheid is precies wat onze democratie van autocratieën onderscheidt, en ons een grote legitimiteit geeft om in het buitenland de mensenrechten te bevorderen.”
Grote leider?
Xi Jinping krijgt het voor zijn kiezen. Schulte Nordholt: “De verdoezeling van de uitbraak van de coronapandemie, de interventie in Hongkong en de massale internering van de Oeigoeren zorgden in 2020 voor een keerpunt. […] de discrepantie tussen de gezwollen propaganda enerzijds en de aantoonbare wandaden anderzijds werd te gapend.”
Hij haalt hiervoor voormalig professor Politieke Wetenschappen Chen Daoyin aan. “Het is niet belangrijk of het virus in China is ontstaan. Niemand beschouwt een land daarom als slecht. Wat vijandigheid opriep, was de mentaliteit achter de publiciteitsstunts. De arrogantie om zich te presenteren als redder en als enige economie die ongeschonden door de crisis kwam, plus de verschillende tactieken om de verantwoordelijkheid af te schuiven – het doet allemaal afbreuk aan de reputatie van China als verantwoordelijke natie.”
Een van de belangrijkste oorzaken? “De Chinese obsessie met gezichtsverlies […] In onze westerse, door het christendom gevormde cultuur wordt het toegeven van vergissingen of het maken van excuses als moedig gezien. In China valt de sorryzegger van zijn voetstuk en lijdt onherstelbaar reputatieverlies. Dat kan de ‘immer correcte CCP’ zich niet veroorloven.'”
Onderscheid volk en partij
Als de Chinese Communistische Partij (CCP) moet worden aangesproken op haar schendingen van het internationale recht, gaan die schendingen de CCP aan, niet het volk van China. Dat volk verdient ons respect en onze vriendschap.
De aanvallen in de Verenigde Staten op mensen van Aziatische afkomst sinds Trump over het ‘Chinavirus’ ging praten, zijn niet alleen moreel verwerpelijk, maar ook oliedom: “ze zijn koren op de molen van de CCP-propagandisten die de kritiek van het Westen op het Chinese beleid framen als een aanval op het Chinese volk, waarvan de CCP de enige wettige vertegenwoordiger zou zijn.”
Schulte Nordholt: “Trumps lompe America First-beleid heeft het gezag van de Verenigde Staten grote schade berokkend, en daarmee hun vermogen om anderen aan te spreken op de handhaving van de internationale rechtsorde. Onder Biden waait echter een nieuwe wind. Hij wil samen met Amerika’s bondgenoten met China concurreren en het onder Trump verloren gegane morele gezag herwinnen.”
Vertrouwen?
Het handelen van de CCP toont gebrek aan vertrouwen. En dat is een eigenschap die op een dieper niveau cultureel ligt: buiten de familie wordt niemand echt vertrouwd. Dat is gek genoeg meteen de verklaring voor het ontstaan van maffia-achtige verbanden.
In een land waarin het volk de overheid niet vertrouwt, krijgt de maffia voet aan de grond. Cai Xia, een gevluchte, voormalige professor aan de school die het hogere Partijkader opleidt, noemt de president “een ‘maffiabaas’, die zich continu zorgen maakt om een staatsgreep tegen hem. […] Daarom lanceert hij de ene na de andere zuivering binnen de Partij.”
Bovendien zet Xi een propaganda-apparaat in volgens de uitgangspunten van Hitlers propagandaminister Joseph Goebbels, maar ook die van Trump: als leugens maar vaak genoeg worden herhaald, worden ze vanzelf waar.
Surveillancecultuur heeft geen duur
China heeft een zeer lage pers- en internetvrijheid. “Het budget van de binnenlandse veiligheidsdiensten is hoger dan dat van de krijgsmacht. Regimes die zich gesteund voelen door hun eigen bevolking hoeven die investeringen niet te doen.” Een politiek model dat draait op surveillancecultuur […] is niet duurzaam.
Cai Xia, rapporteert: “Wanneer ambtenaren verslag uitbrengen, verhullen ze vaak de waarheid en rapporteren alleen wat hun supererieuren willen horen… Er is geen sprake meer van wetenschappelijke, democratische, transparante besluitvorming.”
Hoopgevend
Schulte Nordholt stuurt ons aan het einde van zijn boek op pad met de volgende hoopgevende boodschap. “De belangrijkste reden dat het xi’isme gedoemd is te falen, is cultureel. Chinezen zijn de erfgenamen van een traditie van individualisme, tolerantie, matiging en gezond verstand. […] Ze buigen als bamboe mee met de grillen van despoten, maar er is altijd een grens aan in hoeverre zijn hen volgen. […] Daarom is het regime van Xi hetzelfde lot beschoren als dat van [de oude despotische keizers] en van Mao Zedong.”
Dat is een hele opluchting. Ondertussen moeten we waakzaam blijven… Lees ook mijn bespreking van Het recht op een leven zonder angst https://www.rijkwillemse.nl/downloads/Furcht_und_Freiheit-23-09-2020.pdf.