Strijder voor vrijheid

Over Joan Derk van der Capellen tot den Pol, en De Burgerbaron, van Luc Panhuysen (2024)

Joan Derk van der Capellen tot den Pol werd geboren op 2 november 1741 in Tiel, in een tijd waarin de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden werd bestuurd door een oligarchie van regenten en de macht van de stadhouder nauwelijks werd betwist. Van jongs af aan had Joan een scherp gevoel voor rechtvaardigheid en ontwikkelde hij zich tot een bevlogen pleitbezorger van de vrijheid.

Na zijn studie rechten in Utrecht vestigde Van der Capellen zich als bestuurder in Overijssel. Hier kwam hij in aanraking met een van de meest onrechtvaardige praktijken van zijn tijd: de ‘drostendiensten’. Dit waren verplichte diensten die boeren in Overijssel moesten verrichten voor de drost – de plaatselijke vertegenwoordiger van de landheer. Vaak moesten zij gratis of tegen een schamel loon werken aan wegen, gebouwen of het vervoer van goederen. Van der Capellen zag deze diensten als een vorm van uitbuiting en slavernij, onwaardig in een beschaafd land.

Hij schreef felle pamfletten tegen deze praktijken en wist uiteindelijk dat het verzet zich moest richten tegen het bredere systeem van machtsmisbruik. In 1781 verscheen zijn beroemdste werk, “Aan het Volk van Nederland”, dat anoniem werd gedrukt. Hierin riep hij de burgers op zich te verzetten tegen de almacht van de stadhouder en te strijden voor een democratisch bestuur gebaseerd op de volkswil. Het pamflet werd in het geheim verspreid, maar veroorzaakte een ware storm – het was de lont in het kruitvat van de Patriottentijd.

Joan Derks rol als leider van de patriottenbeweging maakte hem zowel beroemd als berucht. Hij werd scherp in de gaten gehouden, maar hij bleef zich inzetten voor hervormingen. Zijn gezondheid liet hem echter in de steek. In 1784 overleed hij plotseling, slechts 42 jaar oud. Sommigen fluisterden over vergiftiging, maar bewijs is er nooit gevonden.

Hoewel zijn leven kort was, liet Van der Capellen een diepe indruk na. Zijn strijd tegen de drostendiensten en zijn vurige pleidooi voor burgerrechten maakten hem tot een wegbereider van de democratie in Nederland. Zijn woorden leven voort – als echo van een tijd waarin vrijheid nog bevochten moest worden. Maar ook als weerklank van wat er aan de overkant van ‘de plas’ allemaal gebeurt.