Veel mensen staan argwanend tegenover de sociale media. En terecht. Via de sociale media gebeuren veel dingen die niet door de beugel kunnen. Hufterig gedrag maar ook schending van de privacy zijn voorbeelden. Maar moeten we de sociale media daarom mijden? Het onderzoek van Merijn Oudenampsen helpt bij het vinden van een antwoord.
Oudenampsen zet in zijn boek De Conservatieve Revolte (2018) onder meer de theorieën van Marshall McLuhan en Raymond Williams naast elkaar – ten faveure van de laatste. McLuhan kennen wij van het adagium ‘the medium is the message’: de eigenschappen van radio, tv – en nu ook de sociale media – zouden de inhoud van de communicatie daarop automatisch bepalen. Williams relativeert die stellingname.
De techniek bepaalt
In lijn met McLuhan zouden weblogs en bijvoorbeeld Facebook vanuit hun technologische eigenschappen automatisch zorgen voor ‘verhuftering’, internet-cyniscme en geenstijl-achtige conversaties, aldus de onderzoekers die Oudenampsen aanhaalt. De technologische eigenschappen van deze media die hiervoor zorgen, zijn: de mogelijkheden om snel, direct en ook anoniem te reageren of te posten.
Overigens, de andere onderzoekers die Oudenampsen in dit verband aanhaalt, combineren deze oorzaak van de online verhuftering met de maatschappelijke ontwikkeling van normverval waarbij ‘maatschappelijk teleurgestelden’ uitdrukking geven aan ‘ongebreideld egoïsme, aangewakkerd door commercialisering en consumptiedrift’.
Toch is ook bij die opvattingen ‘the medium’ op zijn minst technologisch mede verantwoordelijk voor ‘the message’. Hadden we de sociale media niet, zo nemen deze onderzoekers aan, dan werd de soep niet zo heet gegeten als deze werd opgediend en konden de maatschappelijk teleurgestelden en normelozen elkaar niet zo gemakkelijk vinden en aansteken.
Te gemakkelijke koppeling
Oudenampsen kent zowel de technologische als de maatschappelijke verklaring voor de verhuftering een kern van waarheid toe. Toch acht hij de automatische koppeling van de beschikbare technologie met de ongebreidelde hufterigheid een al te gemakkelijke. Daarvoor haalt hij Williams aan, die in zijn boek Television. Technology and Cultural Form (1974) stelt dat gebruikers wel degelijk een keuze hebben.
Het betreft hierbij volgens Williams beïnvloeding in plaats van voorbepaaldheid: er is geen ‘technologie die van nature een bepaalde cultuur in zich draagt’ en daarmee automatisch leidt tot een bepaalde vorm van communiceren. We moeten de nieuwe wijze van communiceren daarom analyseren, om beter te begrijpen hoe ze werkelijk werkt. Er is in zijn visie in ieder geval altijd ‘ruimte voor menselijk handelen’.
Oudenampsen voegt daar nog aan toe dat het nihilisme en de provocatieve humor een beduidend langere traditie kennen dan die van de sociale media. De sociale media als dragers van hufterige communicatie, hebben dus niet aan de wieg van dit type conversaties gestaan. De sociale media hebben hooguit gediend als uitbreiding van het wegennet en niet als de motor.
Wat dus te doen?
Dus, moeten organisaties en overheden de sociale media wantrouwen, vermijden en wegdoen? Omdat die media vanwege hun technologische eigenschappen automatisch tot reputatieschade zouden leiden? Omdat toepassing van die media zou kunnen leiden tot oncontroleerbaar nihilisme en ongebreideld huftergedrag? Omdat die media de deur zouden openzetten voor online vandalen?
Het antwoord is ‘nee’. Want we kunnen telkens een eigen ‘reservaat’ afschermen en we kunnen (en mogen) bepalen binnen welke grensen de discussie zich hier afspeelt, dankzij de moderator. Eenvoudigweg omdat we communities kunnen formeren en instandhouden met een niet-hufterig DNA, waarin mensen met een vergelijkbare socialemediavoorkeur zich thuisvoelen en de nihilistische hufters geen plek kunnen vinden of krijgen.
Het antwoord is ook ‘nee’, omdat overheden en organisaties binnen zulke online reservaten zoveel winst kunnen behalen, zowel doordat ze ‘hun mensen’ er beter door leren kennen, als doordat zij via hun dienend leiderschap op die sociale media draagvlak en goodwill kunnen kweken voor hun beleid en hun ingrepen. Een meerwaarde zonder weerga.
(Overigens ben ik van mening dat de privileges van Apple, Google en Facebook vernietigd moeten worden.)