In Deze Waarheden (2018) vertelt Jill Lepore over de idealen van Samuel Finley Breese Morse, de uitvinder van de telegraaf en de morsecode.
In 1855 schreef hij aan een vriend dat de telegraaf een tijdperk van wereldvrede zou inluiden, “[…] dat de mens zodanige vriendschapsbanden met zijn medemens krijgt dat er geen oorlog meer zal zijn.”
Oorlog was volgens Morse een falen van de techniek, “een communicatie-euvel dat door middel van een machine verholpen kon worden”.
De optimist.
Lepore laat in haar boek zien dat oorlog geen falen van techniek is, maar een falen van de politiek en het debat. Dat politieke debat had in Amerika aanvankelijk de vorm van losstaande toespraken. Rond 1855 betraden de opponenten samen het podium en maakten zij afspraken over de verdeling van hun spreektijd.
Tot genoegen en grote opwinding van het publiek.
Een pessimistische ruziezoeker
De Duitse filosoof Arthur Schopenhauer schrijft rond 1830 een zogenaamde eristische dialektiek: De kunst van het gelijk krijgen. Het uitgangspunt van deze pessimist is: De mens is van oorsprong slecht; je moet daarom in het debat alles doen om je tegenstander te overwinnen. Het gaat niet om de waarheid, maar om het gelijk krijgen. Alle middelen zijn daarbij geoorloofd.
Daarmee legt hij de grondslag voor de wijze waarop het publieke debat vandaag veelal wordt gevoerd: alle middelen inzetten om gelijk te krijgen. En dat gebeurt niet alleen in Amerika.
Schopenhauer geeft in zijn Eristiek 38 kunstgrepen, trucs, om hoe dan ook gelijk te krijgen. Van: lok je tegenstander uit de tent door hem onbeschoft te behandelen; tot: bedelf je tegenstander onder een woordenvloed zonder betekenis.
Kunnen we nog terug naar de idealen van Morse?
Het antwoord lijkt ‘neen’. De techniek als drager van de wereldvrede heeft het verloren van de techniek als voertuig voor de commercie en het eigenbelang.
Tot genoegen en grote opwinding van het publiek… Lees het ‘vechtboekje’ van Schopenhauer hier, om te zien hoe het niet moet http://www.wendelberger.com/downloads/Schopenhauer_DE.pdf.