Het vertrouwen in de wetenschap is een groot goed, zeker in deze tijden van scepsis, samenzweringsdenken en achterdocht ten aanzien van de wetenschappelijke methode.
Want, al weten wetenschappers het niet altijd zeker en al zijn zij het niet altijd met elkaar eens, bij wie moeten we anders terecht als we zoeken naar een goed onderbouwd antwoord op vragen over hoe onze wereld in elkaar zit?
Met de oprichting van de Essentia Foundation* (www.essentiafoundation.org) is een bedenkelijk markeringspunt ontstaan in het wetenschappelijke landschap.
Idealistische Metafysica
Deze stichting probeert een nieuwe, idealistische metafysica te introduceren, onder meer omdat de traditionele wetenschap onvoldoende verklaringen biedt voor de verschijnselen zoals die zich aan ons voordoen. Want, er is – aldus het manifest van deze stichting – een groeiend bewustzijn dat wetenschap slechts een visie tussen vele andere is… Een twijfelachtig uitgangspunt en verontrustend ook, omdat velen uit de academische wereld zich bij deze stichting en haar activiteiten aansluiten.
De Essentia Foundation is in 2020 opgericht door Fred Matser, een Nederlandse filantroop, en profileert zich als een denktank ter promotie van het filosofisch idealisme. Uit hun statuten: “De stichting heeft tot doel om het bewuste zijn en het harmonieus samen leven te ontwikkelen, zulks in de meest brede en diepe zin van het woord, door middel van diverse communicatievormen en mediakanalen, om de stroming in de filosofie die geduid wordt als het idealisme (idealism) of het non-dualisme te bevorderen.”
Aan het bestuur van de Essentia Foundation zijn veertien internationale wetenschappers van academische statuur verbonden; een zeer groot aantal academici levert verder bijdragen aan de artikelen en video’s op de website en aan de conferenties op vele universiteiten. Prominent bestuurslid is Bernardo Kastrup, (PhD, PhD (sic)), Executive Director, die vele presentaties en boeken op zijn naam heeft staan. Als we Kastrup nader onder de loep nemen, hebben we meteen ook het probleem van zijn stichting, haar gedachtegoed en haar apostelen te pakken.
De kern van hun zaak
Bernardo Kastrup is twee keer gepromoveerd, een keer in filosofie (ontology en philosophy of mind) en een keer in computer engineering. Hij produceerde een tiental boeken, vele papers en instructieve video’s. Hij werkte voor CERN en de Philips Research Labs, maar verliet deze instellingen om te werken aan zijn centrale thema: het universum als zenuwstelsel. “Bewustzijn is niet afkomstig van onze hersenen, het is een eigenschap van het universum. Wij maken geen bewustzijn, we nemen deel aan bewustzijn dat daar buiten al aanwezig is. En… we zijn tegelijkertijd ontvangers en zenders van bewustzijn.” (Kastrup, in de Scientific American van 25 maart 2019)
Wat moeten we hierna nog meer zeggen? Behalve de tegenstrijdigheid in zijn stellingname (we maken geen bewustzijn, versus, we zijn zenders van bewustzijn) is hier geen enkele argumentatie tegen opgewassen. Elke weerlegging verdrinkt in het moeras van niet te verifiëren vaststellingen dat Kastrup hier schept. Er is eigenlijk geen beginnen aan. Een poging, niettemin.
Obscure wetenschap?
De centrale these van Kastrup, en van de volgers van de Essentia Foundation, is dat menselijk bewustzijn geen fysiek, biologisch brein nodig heeft. “Bewustzijn bestaat voor, en is de voorwaarde voor, het materiële bestaan.” Dit is de filosofische vaststelling die Kastrup doet. Kastrup is geen neurowetenschapper. Toch gebruikt hij begrippen, grafieken, hersenscans uit de neurowetenschap om zijn stellingname te onderbouwen. Dat hij daarbij vaak verzandt in ondoordringbare academische details is op zijn minst verdacht. Maar belangrijker is dat hij een filosofische kwestie af wil doen met vaak irrelevante en triviale neurowetenschappelijke details, waar een filosofische constructie gewenst zou zijn.
Kwalijker wordt het wanneer hij zijn paradigma – het “analytisch idealisme”, of de “idealistische metafysica” – karakteriseert als “religieus” en “spiritueel”. En als hij tegelijkertijd aangeeft dat “vele papers” en vele data zijn gedachtegoed ondersteunen, zonder dat ook maar ergens te onderbouwen. Dan laat Kastrup zien dat herhaalbaarheid, consistentie en controleerbaarheid niet tot zijn academische gereedschappen behoren, en ook niet tot die van de gemeenschap waarvan hij Executive Director is, de Essentia Foundation.
Conclusie
De groep wetenschappers rond de Essentia Foundation probeert een nieuwe metafysica te introduceren, onder meer omdat de wetenschap alleen onvoldoende verklaringen zou bieden voor verschijnselen zoals die zich aan ons voordoen. Maar zij bijt zichzelf in de wetenschappelijke staart door een idealisme voor te staan zonder daarbij de ‘zelf-referentiële paradox’ die zij bij de positivisten waarneemt, te vermijden en zonder duidelijk te maken hoe het ‘ik-perspectief’ een uitweg kan bieden die meer oplevert dan wat de ‘harde wetenschap’ met zijn verificatie-eisen en waarschijnlijkheidsclausules kan opleveren.
Hadden zij zich verdiept in de aanpak van de Weense Kring en de Berlijnse School, bijvoorbeeld in het werk van Hans Reichenbach (1891–1953), dan hadden zij gezien dat diezelfde metafysica inspiratie zou kunnen opleveren voor wetenschappelijke ideeën, maar dat we het voorlopig moeten doen met de verificatie en de waarschijnlijkheidsleer als toetsstenen, omdat we zoveel nog niet zeker kunnen weten in de wetenschap.
* Team en Academic Advisory Board van de Essentia Foundation:
Fred Matser, Founder and Chairman
Evert Greup, Non-Executive Director
Prof. dr. Jan van der Greef, Non-Executive Director
Bernardo Kastrup, PhD, PhD, Executive Director
Prof. Jeffrey J. Kripal, PhD
Prof. Hyman M. Schipper, MD, PhD, FRCPC
Prof. Edward F. Kelly, PhD
Prof. Donald D. Hoffman, PhD
Prof. dr. Sarah Durston
Prof. Mikhail Ilyin, PhD, PhD
Dr. Iain McGilchrist
Claus Metzner, PhD
Prof. Bernard Carr, PhD
Prof. Henk Barendregt
Prof. Heleen Slagter
Steve Taylor, PhD
Reactie van Marc Slors
De ideeën van Bernardo Kastrup sluiten aan bij een kleine groep filosofen die denken dat bewustzijn de basis van de werkelijkheid vormt–letterlijk alles is dus bewust. Die groep omvat een paar vooraanstaande denkers, maar de versie van dit idee die door Kastrup wordt verdedigd is radicaler en zit echt op de rand van de academische filosofie. Op zichzelf denk ik dat een pluralisme van ideeën in de wetenschap (waar ik filosofie ook maar even toe reken) goed is en dat ook dit soort ideeën ruimte moeten kunnen krijgen. Maar ik ben het met je eens dat als je je ideeën als spiritueel of religieus kenmerkt, je niet op, maar over de rand van het academische denken gaat. Het probleem is dat niet werkelijk het debat aangegaan wordt met meer mainstream ideeën over en onderzoek naar bewustzijn–terwijl dat een enorm rijk domein van ideeën, argumenten, experimenten en theorieën is (schaamteloze zelfpromotie: voor een beknopt overzicht, zie in de Elementaire Deeltjes serie van Atheneum, nr 80, ‘Bewustzijn’ dat ik (filosoof) samen met neurowetenschapper Jolien Franken schreef; gisteren uitgekomen). Er wordt vanuit gegaan dat we nooit echt verder zullen komen met het begrijpen van bewustzijn binnen het reguliere wetenschappelijke en filosofisch onderzoek. Dat het probleem ongelooflijk moeilijk is, daarover is iedereen het wel eens. En dat we ooit een volledig bevredigende verklaring voor bewustzijn zullen vinden is geen zekerheid. Maar het volledig zonder discussie terzijde zetten van bestaand onderzoek, zoals hier lijkt te gebeuren, is pas aan de orde wanneer dat onderzoek totaal gestagneerd is. En op dit moment is precies het omgekeerde het geval.
Reactie van Wisse Tanis, via mail, op 14 mei 2023:
“Hey Rijk, ik weet dat je geen fan bent van het Duits Idealisme, maar een beetje evenwicht kan geen kwaad. Kant, Schopenhauer en Carl G Jung, de helden van Bernardo, verdienen, met Bernardo een evenwichtiger bespreking (Bernardo verwoordt eigenlijk weinig anders meer dan deze drie groten al eerder onder woorden hebben gebracht). Daarom meng ik me als geïnteresseerde leek in dit gesprek.
Waar vroeger de mens tegenover God en de aarde tegenover de hemel stond, bracht Kant deze onoplosbare tegenstelling in het bewustzijn. Wat wij weten van de wereld staat niet los van ons kenapparaat dat aan de zintuiglijke indrukken ruimte, tijd en causaliteit toevoegt. Wat de wereld ‘op zich’ is, dat kunnen wij en zullen wij nooit weten. En dit uitgangspunt heeft Schopenhauer verder geniaal uitgewerkt in zijn De wereld als Wil en Voorstelling. Zoals ik al zei, doet Kastrup weinig meer dan Schopenhauer parafraseren, maar zijn kracht is dat hij de zogenaamde ‘waardevrijheid’ van wetenschap weer in gesprek brengt. In het Duits Idealisme was ethiek altijd een onderdeel van de kijk op de mens in de wereld. Het gaat over de menselijke natuur, God en over hoe we met elkaar behoren om te gaan (Spinoza). Dat was de kracht, en tevens de zwakte van deze filosofie, want de waardevrije wetenschappelijke kennis was op dat moment in opkomst en beschreef de wereld beter zonder gebruik te maken van de ethiek. En nu mijn punt. Gaandeweg merk ik steeds meer dat wetenschap (ondanks zichzelf) goden is gaan dienen: de totaliteit van de macht en door haar werkelijkheidsclaim (of waarheidsclaim zo je wilt) tegenstellingen aanwakkert (wetenschap vs de wappies). Ik weet dat je het wat dit betreft niet met me eens bent en ik vier ons verschil van inzicht. En ook dat laatste spreekt me aan bij Bernardo en zijn kornuiten: hij is een onvermoeibare pleitbezorger van zijn ideeëngoed (het Duits idealisme in een nieuw jasje), net zo als jij er een bent van het logisch positivisme en het wetenschappelijk debat. Wat ik niet met je eens ben, is dat hij zich niet verdiept heeft in andere stromingen of wetenschapsopvattingen. Ik vind zijn details zelden obscuur en zijn betogen helder. Wat ik mis bij hem is nieuwsgierigheid en inclusiviteit in zijn denken. Hij is rigide in zijn denken, maar dat hoort een beetje bij het boegbeeld zijn van een opvatting, want ik herken dat ook in de gedreven vertolkers van het logisch-positivisme. Bernardo gaat werkelijk met iedereen in gesprek en laat zich mogelijk net als jij zich niet snel overtuigen 😉 Wat mij aanspreekt bij hem is dat hij juist de spiritueel-ethische kant van de mens weer in het gesprek terugbrengt, zodat we binnen wetenschap en filosofie weer met Kant vragen mogen stellen als: Wat kan ik weten?, Wat mag ik hopen?, en Wat moet ik doen?, die uiteindelijk resulteren in de vraag: Wie is de mens?
Hey Rijk, ik ben net terug vanuit Lissabon. Pessoa gelezen: Boek der Rusteloosheid en ik wil je dit citaat niet onthouden:
God is het feit dat wij bestaan en dat dat niet alles is.
Hoe obscuur wil je het hebben 😉”