De tijd dat een lokale of regionale overheid een maatschappelijk thema helemaal alleen oppakt, is voorgoed voorbij. Niet alleen zijn zulke projecten, met maar één eigenaar, gedoemd om te stranden op gebrek aan draagvlak, ze kunnen ook niet de inhoudelijke kracht ontwikkelen van projecten waarin echt wordt samengewerkt.
Wat nodig is, zijn lokale en regionale bestuurders met een ruim hart, die de samenwerking willen aangaan met partners van andere overheden, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties zonder nadrukkelijk de eer en de leiding op te eisen. Gelukkig zijn die er steeds meer.
Succesvolle projecten
Succesvolle projecten laten zien dat lokale en regionale overheden in een faciliterende, bescheiden rol meer voor elkaar krijgen dan solistisch opererende borstklopperige overheden. (Hun functie kan ondertussen gewoon centraal en sturend blijven…)
Reden daarvoor is dat zulke succesvolle samenwerkingsprojecten de thematiek centraal kunnen stellen (in plaats van de eigenaar), waardoor het gemakkelijker wordt voor anderen om zich aan te sluiten. Deelnemende partners bepalen zelf in hoeverre ze de winst van het project met de buitenwereld delen als ‘hun succes’. En het publiek volgt hen daarbij kritisch…
En de politieke winst dan?
Maar hoe kunnen lokale en regionale bestuurders dan toch de politieke winst incasseren voor zulke projecten, waarvan zij feitelijk wel de eigenaar zijn, maar waarover ze niet al te nadrukkelijk mogen tamboereren in hun rol als eigenaar?
Dat verloopt via vertrouwen op de social media in de breedste betekenis van dit begrip. Immers, een compliment over het betreffende project weegt duizend keer zwaarder dan een eigen veer in het eigen achterste. Mensen zijn slim genoeg om te achterhalen wie er nu echt aan de touwtjes trekt.
Verborgen eigenaarschap
Verborgen eigenaars moeten dus vertrouwen en geduld hebben, en ondertussen als gelijkwaardige deelnemen aan het gesprek over het thema van ‘hun’ project.