Lonely Planet

Inspiratie: Carel van Schaik, Kai Michel, Het oerboek van de mens

De mens is van oorsprong jager-verzamelaar. Sinds oertijden zwierf zij over de wereld, op zoek naar levende en plantaardige buit voor het dagelijks onderhoud. Met als enig bezit jachtgerei, gereedschappen om de tijdelijke nederzettingen draaiende te houden en enkele persoonlijke bezittingen als kleding en kookgereedschappen. Allemaal draagbaar en transportabel.

De groep

De groep was de belangrijkste sociale eenheid. Deze trok van plek naar plek, gebruikmakend van de kennis van honderden generaties. Jagen en verzamelen waren de belangrijkste vaardigheden. Delen was het ingeboren en overgedragen uitgangspunt. Een prooidier en de vruchten van de struik waren voor en van allen. Broers en zusters waren elkaars beste vrienden, en samenwerking was de belangrijkste vaardigheid.

Natuurlijk waren er ontmoetingen met collega-groepen. Soms vriendelijk, soms vijandig. Afhankelijk van de geldende aanspraken en afspraken, en van de hoeveelheid prooi en de te verzamelen vruchten. Maar er was ruimte genoeg, en de aanspraken op prooi en vruchten waren zonder formele basis en hadden een morele grondslag. Bezit was (nog) geen categorie voor het denken en het handelen.

Vestiging

De grootste vergissing van de mens was diens vestiging op vaste woonplaatsen, gedurende het neolithicum, de nieuwe steentijd die ruim 11.000 voor Christus begon. Landbouw, veeteelt en verstedelijking zorgden voor grote gezondheidsproblemen, honger en moreel verval. De sociale omwentelingen waren ingrijpend, voor de groep en de verhoudingen daarbinnen. We hebben er nu nog last van.

Dicht opeen levende mensen en dieren waren een paradijs voor ziektekiemen en besmettelijke ziektes. Pionierschap en onervarenheid in landbouw en veeteelt zorgden voor misoogsten, ziektes en sterfte. Het revolutionair nieuwe begrip van afgebakend eigendom in de vorm van grond, oogst, materieel en ook van mensen, zorgde voor geweld, diefstal, strijd met rivalen, broedertwist, onderdrukking van de vrouw, erfeniskwesties en slavernij. Struggle for life, zoals we het nu kennen, dus.

In de genen

Nostalgici, idealisten en jongeren die hun ‘gap-year’ backpackend invullen, reiken bewust maar ook vaak onbewust met hartstocht uit naar de pre-neolithische waarden, samenlevingsvormen, en werk- en leefwijze. Geen wonder. We zijn ontelbaar vele malen langer jager-verzamelaars geweest dan landbouwers. Die tijd en die mores zitten in onze genen gebakken. En ze komen in onze opvattingen, wetten en dromen telkens weer terug.

Dat gebeurt bijvoorbeeld als we met elkaar tijdens de vakantie foerageren vanaf wisselende plekken. Of het nu in een all-inclusive paradijs is binnen een afgeschermd westers domein in een ver buitenland, of in een zogenaamde niet-toeristische ‘casa’ in een lastig bereikbaar stukje ‘mezzogiorno’. Plekken waar we telkens onze buit kunnen binnenhalen voor onze eigen groep. Er echt even helemaal uit.

Terug?

Dat zijn ook de plekken waar de toerist mijmert over ik-vertrekfantasieën, thuis of daar in het zuiden. Sommigen zetten die stap, thuis of veraf. Vaak met rampzalige gevolgen, als de pre-neolithische droom de harde landbouwwerkelijkheid ontmoet. Soms met succes, als het ecologisch handelen en denken van voorheen een vaste plek krijgen in een inspirerende, ‘nieuwe’, eigentijdse samenwerkingsvorm. Thuiskomen in de betere wereld van destijds. Kunnen we nog terug?