We moeten onze kinderen – en daar reken ik onder meer onze jeugd toe die haar informatie grotendeels online verschaft, maar ook Donald Trump, Viktor Orbán, Jair Bolsonaro, Rodrigo Duterte c.s. – leren dat wat zij zeggen consistent, herhaalbaar en controleerbaar moet zijn.
Waarom? Omdat we op die manier oorlogen kunnen voorkomen, en identiteitsconflicten, genocide en ander onvoorstelbaar leed kunnen tegengaan.
Herhaalbaar en consistent
We moeten onze kinderen leren om meningen en feiten van anderen te controleren op grondslag (liefst met bronvermelding), herhaalbaarheid en consistentie. We moeten ze leren dat een theorie kan evolueren en nooit kan pretenderen de uiteindelijke, zekere waarheid te zijn: dat het altijd mogelijk blijft dat de theorie weerlegd wordt en vervangen wordt door een andere theorie, dat zelfs een volwassen theorie falsifieerbaar is en voortdurend zoekt naar bewijzen van haar tegendeel.
Dit allemaal, opdat onze kinderen niet zomaar dingen zeggen en dat ze niet zomaar vallen voor wie, of voor wat voor leerstelsel dan ook. Zodat zij de verantwoordelijkheid kunnen krijgen voor de wereld en het behoud daarvan, en zodat zij zich kunnen voorbereiden op die wereld en de vernieuwing daarvan.
Studeren
Dat betekent onder meer dat zij boeken en artikelen kritisch bestuderen, dat zij bronnen voor feiten en meningen verifiëren en aandragen (en noteren voor later) en dat zij een consistent betoog neerzetten dat de toets van de controleerbaarheid en de herhaalbaarheid kan doorstaan, en dat zij daarover in openheid discussiëren om hun ideeën te toetsen en waar nodig te vervangen door andere, betere ideeën. Maar die aansporing betreft zeer zeker ook de kunst van het zwijgen, “want hoe minder onzin je uitkraamt, hoe interessanter het wordt” (Weski, 2020). En, waar twijfel bestaat, is zwijgen de beste optie.
Betrouwbare bronnen
Gelukkig kunnen onze kinderen een beroep doen op een veelheid aan rijke en betrouwbare bronnen van kennis over hoe zij tot een overtuigende, consistente en controleerbare stellingname kunnen komen. De bibliotheken staan nog steeds overeind, ondanks de concurrentie die zij moeten aangaan met de online media.
Probleem: het ont-kende
Toch is er een gebied dat nog niet goed ontsloten is en dat (daardoor) voor veel problemen zorgt. Dat is het gebied van de ontkenning. Het gebied van ‘het niet’, van het tegenovergestelde, van de negatie, van het onmogelijke tegenover het mogelijke. Dat gebied betreft alles behalve het ontkende. Daarmee is het zo omvangrijk dat hier vele opvattingen naast of tegenover elkaar kunnen bestaan, soms zonder elkaar ogenschijnlijk te hinderen.
I did not have sexual relations with that woman
Door die immense omvang van dat ‘ont-kende’ gebied en de mogelijke principiële verschillen tussen opvattingen, ontstaat er een gebied waarin betekenissen zich min of meer vrijelijk lijken te kunnen vormen en zich gemakkelijk kunnen voegen naar uiteenlopende opvattingen en belangen van betrokkenen. “I did not have sexual relations with that woman”, zei president Clinton in dat beruchte interview (President Bill Clinton op CBSN, 1998) en hij schiep daarmee een groot domein van mogelijkheden in het verlengde van de waarheid van zijn uitspraak, met een nasleep van grote omvang en een forse verspilling van retorische en politieke energie.
Wat voor soort relaties had hij dan wel gehad met die vrouw? Was het wel een relatie? Was het een meisje in plaats van een vrouw? Of lag de crux bij de meervoudsvorm “relations” en betrof het een “relation”? Kortom, met een aldus geformuleerde ontkenning verwijst de spreker naar ontelbare mogelijkheden die we onmogelijk allemaal kunnen evalueren, en waarover mogelijk tegenstrijdige opvattingen naast elkaar kunnen voortleven.
Probleem: ontelbare mogelijkheden
Het probleem met de ontkenning is dat het ‘ont-kende’ onkenbaar is en dat iedereen zich er een eigen voorstelling bij kan maken, wat kan leiden tot lastige begripsverwarring en meningsverschillen. We zouden onze kinderen – de (wereld)leiders incluis – daarom moeten leren om ontkennende uitspraken te vermijden als de controleerbaarheid, de herhaalbaarheid en de consistentie ertoe doen. Dat kan op twee manieren.
Precies zijn
De eerste is door de eigenschap waar het om draait expliciet te ontkennen (“I had a non-sexual relation with that woman”) als alternatief voor de ontkennende zin (“I did not have sexual relations with that woman”). Op die manier verwijdert de spreker de vele mogelijke betekenissen die aan de ontkennende zin kleven. Want de eigenschap “non-sexual” is heel precies te definiëren, waardoor de uitspraak controleerbaar wordt.
Exact!
De tweede manier om een ontkennende uitspraak te vermijden is het gebruik van een positieve, zo exact mogelijke omschrijving van wat er aan de orde is, dus zonder ontkenning, bijvoorbeeld: “My relation with that woman was purely professional”. Kortom: een uitspraak die controleerbaar, herhaalbaar en consistent is. Beide manieren vragen enige inspanning: de precieze definitie van negatieve begrippen zoals “non-sexual” enerzijds, en de heldere verwoording van de positief geformuleerde boodschap met de bijbehorende intenties zonder ontkenningen op een wijze die openstaat voor inhoudelijke discussie anderzijds.
Het kost iets meer moeite, maar we krijgen er zoveel voor terug.
Meer?
Een uitgebreider versie van dit artikel, met voer voor logici? Kijk hier https://www.rijkwillemse.nl/downloads/Het_probleem_met_de_ontkenning03.pdf.