Over Wie Wat Woke van Walter Weyns en over een verkrachting
Schrijven over Woke is op eieren lopen. Zo voelt het: Eén fout en je kop gaat eraf. Cancelling, uitsluiting en achtervolging door online en offline trollen kunnen je deel worden.
Dat is enerzijds een teken van de ernst van de zaak voor de betrokkenen: de kwestie gaat hen zo diep aan het hart dat zij de zwaarst mogelijke retoriek en sancties inzetten.
Anderzijds is het een teken van zwakte: diplomatie en de taal van de toenadering zouden zoveel meer kunnen overtuigen.
Lees hier over het gelijk van Woke in een recente zaak.
Wakker schudden
Toch is het heel goed dat Woke de mensheid wakker schudt. Want, Vrouwe Justitia heeft dan wel een blinddoek voor haar ogen, maar “doen alsof de kleur van je huid [bijvoorbeeld] er niet toe doet, is een slag in het gezicht van gekleurde mensen die aan den lijve ondervinden dat het er wel toe doet”.
Zo omschrijft Walter Weyns het in zijn cultuurkritische benadering van wat we (on)rechtvaardig vinden, Wie, Wat, Woke? (2022). Een schitterend inzicht. Er is dus altijd werk aan de winkel, ook voor Woke, omdat de samenleving veelal niet rechtvaardig is en grote groepen achterstelt en benadeelt.
Betere pr
Krachtige inzet tegen deze onrechtvaardigheden is dus urgent. De pr van Woke hierin had echter zoveel beter gekund. Want, velen van hen pakken het podium met uitspraken waarover uiteindelijk weinig controverse bestaat – wie is er nu voor discriminatie? – met een aplomb dat vaak weerstand oproept en daardoor niet overtuigt.
Met ook nog eens een beslag op de taal, als zou je via taalverandering de opvattingen over wat rechtvaardig is kunnen wijzigen.
“Je mag tegenwoordig ook niks meer zeggen”
Maar om nu, als schuldige rapporteur van je eigen misdaad, de Woke-cultuur aan te wijzen als oorzaak van de reuring rond je eigen publiekelijke verslag van een verkrachting – “Je mag tegenwoordig ook niks meer zeggen” – dat is een tang die op een varken slaat.
Verkrachting was, is en blijft een misdaad; grapjes erover maken – “Had een honkbalknuppel gebruikt in plaats van een kaars” – en meebrullen van het lachen is op zijn zachtst gezegd bijzonder onbehouwen maar vooral beschadigend voor alle vrouwen, de slachtoffers voorop.
Afkeuring
Zulke taal hoort echt niet verder te komen dan de beslotenheid van de stamkroeg, als de betreffende ruwe bonkjes dan toch iets van een ontlading nodig hebben. Vast staat dat de beschreven handelingen een zeer krachtige afkeuring verdienen van allen – Woke of niet – die het stinkende verslag ervan aanhoren. Om over de strafrechtelijke afkeuring maar niet te spreken.
We zullen het gelach erover dan maar als onbeholpenheid bestempelen.