David Hume, leven, werken en (vooral) denken

Juist in deze tijden van scepsis, samenzweringsdenken en achterdocht ten aanzien van de wetenschappelijke methode zijn heldere denkers nodig.

David Hume (1711 – 1776) is zo’n denker.

Ton Vink, de auteur van de biografie van Hume, zet hem neer als baanbrekend filosoof, en als historicus (het zesdelige History of England is van Humes hand), diplomaat en schrijver.

Vink geeft in “Een leven als ‘man of letters'” een indrukwekkend overzicht van het leven, het werk en (vooral) het denken van Hume.

Een volledig systeem van wetenschappen

Leven en werk van Hume zijn interessant en in detail beschreven, inclusief – extra interessant – zijn contacten met tijdgenoten als Adam Smith, Rousseau en Benjamin Franklin.

Maar wat echt de aandacht vraagt, is de beschrijving van de stappen die Hume zet in de filosofie. In A Treatise of Human Nature (1739) zegt hij het zo: “Ons voornemen de beginselen van de menselijke natuur te verklaren, komt er dus in feite op neer dat wij een volledig systeem van wetenschappen willen opbouwen, op een vrijwel volledig nieuw fundament…”

Hume zet grote stappen op het gebied van de wetenschapsfilosofie, iets waarvoor bijvoorbeeld Kant maar ook de Weense Kring hem dank verschuldigd zijn. “We moeten daarom tot onze experimenten in deze wetenschap komen langs de weg van een zorgvuldige observatie van het menselijk leven, en de experimenten nemen zoals die zich laten destilleren uit de gewone gang van zaken in de wereld…” (Treatise)

De basisideeën van Hume

In An Enquiry Concerning Human Understanding (1740) zet Hume zijn kenleer uiteen: Mensen moeten het doen met gewaarwordingen; dat zijn indrukken van de zintuigen en ideeën die op grond daarvan ontstaan. Er zijn maar twee soorten betekenisvolle uitspraken: de analytische en de synthetische. De analytische (logische) uitspraken gaan over redeneren. De synthetische (empirische) uitspraken gaan over wat onze zintuigen kunnen vaststellen.

Alle andere uitspraken doen een beroep op iets wat we niet kunnen waarnemen en zijn daarom betekenisloos. Dit zijn metafysische uitspraken die een beroep doen op zaken zoals ideeën (Plato), de aangeboren rede (rationalisten), ons ingebouwde gevoel voor ruimte, tijd en oorzaak (Kant) of de wetten van de geschiedenis (Hegel). Die uitspraken zijn daarom zonder betekenis.

Complotdenkers ook toen

Hume had – ook in zijn tijd – last van complotdenkers en fake-news. In zijn brieven schrijft hij daarover: “[…] als het gaat om de verspreiding van boeken, dan doet die boekdrukkunst misschien wel evenveel kwaad als goed: onzin verspreidt zich immers met grotere snelheid en daarbij met groter effect dan redelijkheid, hoewel uiteraard geen enkele soort onzin even bestendig is als redelijkheid.”

Wel, als vertekening via boeken het ergste is, dan ben ik gerustgesteld. Naast alle ernstige vertekeningen die we vandaag kennen, zou mijn advies zijn: lees juist boeken!

Overigens

Overigens, helder denken betekent nog niet dat de kunst en de poëzie geen inspiratie kunnen opleveren. Lees daarover in mijn blog over de kracht van kunst, waarin Hume’s Fork uitgebreid aan de orde komt: https://www.rijkwillemse.nl/blog/de-kracht-van-kunst/.

Een groot deel van de werken van Hume is digitaal toegankelijk op www.davidhume.org.

Meer teksten over hoe wetenschap bedreven zou moeten worden? Lees Tien Teksten Tegen Teloorgang https://www.rijkwillemse.nl/downloads/Helder_Denken_-_Tien_Teksten_Tegen_Teloorgang-v2.pdf.