De Amerikaanse journalist Anand Giridharadas (1981) zegt: “Natuurlijk is het hartstikke mooi en lovenswaardig als rijke mensen geld geven aan goede doelen. Het eerste probleem is echter dat deze donaties, hoe nobel ook op individueel niveau, deel uitmaken van een klimaat dat mensen aanspoort om zoveel mogelijk geld te verdienen – het maakt niet uit hoe meedogenloos – om daarna een beetje van dat geld terug te kunnen geven.” Hij noemt het “liefdadigheid als rechtvaardiging achteraf voor een alles-moet-maar-kunnen-kapitalisme.”
Geld schenken leidt af van de schade die deze rijken en hun bedrijven de maatschappij berokkenen. Denk aan belasting ontwijken, geld wegsluizen naar tropische eilanden, risico’s afwentelen op werknemers en speculeren in plaats van waarde creëren. En dat in een klimaat waarin aandeelhouderswaarde ontzaglijk veel zwaarder weegt dan maatschappelijke waarde.
Door dat klimaat zijn de inkomens van de rijkste Amerikanen (één procent van de Amerikanen) sinds 1980 verdrievoudigd, terwijl de helft van de armste Amerikanen er amper een dollar op vooruit is gegaan. De filantropische schenkingen ten spijt.
Bernie Sanders (1941), Amerikaans politicus en democratisch socialist, zegt het bij herhaling: “Ons economische systeem stelt ons teleur, de rijken worden rijker en de armen armer. De oplossing vereist een fundamentele herziening van onze economie en politiek.”
(Verschenen op 2 november 2023 op de website in2023.nl)