vrijdag, 29 maart 2024
Vraag Rijk
Online Schrijfhulp

Blog

schipperskameleon

Vroeger las ik met zeer veel plezier over De schippers van de Kameleon. Nu lezen mijn kinderen die verhalen, met dezelfde intense aandacht. Wat maakt die boeken zo boeiend voor hen en wat zou ik er nu van vinden? Ik pakte mijn oude uitgave en stofte hem af. Het verhaal viel me deze keer behoorlijk tegen.

De Roos, de schrijver, maakt van zijn avonturenboek een soort beroepengids. Mensen zijn hier vleesgeworden vooroordelen. De grote smid, de botte boerenknecht, de welgestelde kalme dokter, de brommende agent, de huismoeder aan de wastobbe of waslijn. De Roos vermoeit zijn lezertjes bovendien voortdurend met grotemensenconflicten, bijvoorbeeld: buurvrouw Bleker praat net zo deftig als de vrouw van de notaris omdat haar man op het kantoor van de notaris werkt en dit is aanleiding tot wrijving met het gezin van de smid Klinkhamer, die daarbij altijd bulderend van het lachen de smederij inloopt.

De Roos legt de nadruk op de ziekelijke sociale controle in het dorp. 'Wat zullen de anderen denken?', is de allesoverheersende vraag. De jongens zijn steeds bang: als we nat of vies worden, als onze kleren scheuren, als we gek doen dan wordt moeder boos en krijgen we straf van vader, oh wee! Hebben Hielke en Sietse daarom zo'n merkwaardige relatie met hun ouders? De tweeling krijgt in elk hoofdstuk een vloed van vermanende, uitleggende, bestraffende en bulderende woorden over zich uitgestort.

Vaak hanteert hun vader zijn eeltige, grote handen voor het uitdelen van klinkende oorvijgen. Groot is dan ook de opluchting als een bestraffing niet plaatsvindt: '"Welverdraaid, wat een brutaliteit", stoof Klinkhamer woedend op. "Ik zal ze..." Maar toen hij zag dat zijn vrouw hem spottend uitlachte, voegde hij er, plotseling weer kalm, aan toe: "...maar niets doen."'

Het taalgebruik is kleurloos en bij vlagen ook uitermate bijtend. Omdat niemand echt een eigen karakter heeft, is dit met zijn of haar woorden ook het geval. De smid met zijn vette, krachtige en herkenbare uitspraken vormt hierop natuurlijk een uitzondering: 'Klinkhamer was woedend, omdat ze zijn bevel niet opvolgden: "Kom hierrr!! Ik waarschuw jullie voor de laatste maal, hoor!"'

Eins, Zwei, Drei, Vier! en nog meer situaties met een soortgelijk taalgebruik geven het boek een gepeperd voorkomen. Op drie plaatsen vond ik een woordspeling, waarvan de spotnaam 'Kamelenjong' de scherpste was.

Het vreemde is dat ik intens van deze verhalen heb genoten als jongetje en er nu zo'n nare smaak van in mijn mond krijg. Wat hangt er een grijze waas over dit Friese gezin. Toch kan ik geen goede reden verzinnen om dit soort literatuur te verbannen uit onze kinderboekenkast.

Ik ben blij dát er gelezen wordt. Bovendien, kinderen zullen die vreemde kijk op de wereld niet zonder meer overnemen uit een boekje. Daarvoor is veel meer nodig. Ze kijken daarvoor eerder naar ons, volwassenen. Ons gedrag en onze woorden hebben meer invloed dan honderd Kameleons.